Roy Zopfi, 30-07-2024
Duurzaamheid, wetgeving en filosofie: een kritische beschouwing van de CSDD
De filosofische basis van duurzaamheid
Duurzaamheid is geworteld in verschillende filosofische tradities. Filosofen zoals Immanuel Kant benadrukten de plicht om de aarde in een goede staat achter te laten voor toekomstige generaties. Aristoteles legde in zijn deugdenethiek de nadruk op karaktereigenschappen zoals gematigdheid, die essentieel zijn voor duurzaam handelen. Utilitaristen zoals John Stuart Mill zouden pleiten voor het maximaliseren van welzijn op lange termijn. John Rawls’ theorie van rechtvaardigheid roept op tot een eerlijke verdeling van voordelen en lasten.
De CSDD en Morele Verantwoordelijkheid
Op 25 juli 2024 werd de CSDD ingevoerd, een richtlijn die grote bedrijven verplicht hun impact op mens en milieu te beoordelen, rapporteren en aan te pakken. Deze verplichting past bij de verplichting om schade te voorkomen en het streven naar maximaal welzijn. De richtlijn bevordert transparantie en verantwoordingsplicht, wat kan bijdragen aan een ethische bedrijfscultuur die het welzijn van alle belanghebbenden centraal stelt.
Kritische reflectie op de CSDD
Hoewel de CSDD een positieve stap lijkt, zijn er vragen over de praktische implementatie en handhaving.
Kunnen bedrijven effectief negatieve effecten in hun wereldwijde toeleveringsketens wel gegrond identificeren en aanpakken?
Er kunnen spanningen ontstaan tussen economische belangen en ethische verplichtingen. Vanuit het perspectief van rechtvaardigheid, zoals John Rawls die formuleerde, moet de CSDD ervoor zorgen dat voordelen en lasten eerlijk verdeeld worden. Dit roept de vraag op of alle belanghebbenden, inclusief kwetsbare gemeenschappen, daadwerkelijk voordeel zullen hebben van deze wetgeving.
De CSDD biedt een kader om bedrijven verantwoordelijk te houden, maar de daadwerkelijke impact hangt af van de implementatie en de bereidheid van bedrijven om verder te gaan dan minimale naleving. Vanuit mijn persoonlijke filosofische standpunt juich ik de intentie van de CSDD toe, maar ik zie ook de noodzaak voor voortdurende evaluatie, intrinsieke motivatie en aanpassing om echte duurzaamheid te bereiken.
Conclusie
De CSDD is een belangrijke stap in de richting van duurzaamheid door bedrijven te verplichten hun impact op mens en milieu te evalueren en aan te pakken. De richtlijn onderstreept de morele verantwoordelijkheid van bedrijven. Echter, de effectiviteit van de CSDD zal afhangen van de implementatie en de bereidheid van bedrijven om ethische overwegingen boven puur economische belangen te stellen. Duurzaamheid vereist voortdurende inspanning en een diepgewortelde ethische benadering om echt succesvol te zijn.
Bronnen
Aristoteles. (circa 350 v.Chr.). Nicomachean Ethics.
Europese Commissie. (2024). Corporate sustainability due diligence
Rawls, J. (1971). A Theory of Justice. Harvard University Press.
Kant, I. (1785). Groundwork for the Metaphysics of Morals.
Mill, J.S. (1863). Utilitarianism.